Wat mag het kosten?

Gezien de huidige situatie op de internationale energiemarkt en de contractuele verplichtingen aan onze energieleverancier stijgen de tarieven voor elektriciteit en gas fors. Voor de contractuele jaren 2023 en 2024 is de verwachte uitgave jaarlijks € 4 miljoen. In de komende jaren zal nader moeten worden bezien en gemonitord in welke mate deze prijsstijging structureel is en wat voor effect dit op de meerjarenbegroting heeft.
Het geschatte bedrag aan meerkosten is gebaseerd op de meest recent beschikbare afgenomen volumes en de marktprijzen van mei 2022.

Ter uitvoering van de doelstellingen in de programmabegroting is op enkele gebieden beperkt meer personele inzet nodig dan waarin het huidige formatieplan van Venlo voorziet. In de paragraaf bedrijfsvoering onderdeel Personeelskostenbegroting is een uitgebreide toelichting opgenomen.

• Hogere kosten klein onderhoud binnen- en buitensportaccommodaties

Klein onderhoud binnen- en buitensportaccommodaties bestaat uit voertuigonderhoud en vastgoed (installatie) onderhoud. Onderhoudskosten voor binnen- en buitensport blijken de afgelopen twee jaren fors hoger dan begroot. De extra eisen voor luchtkwaliteit (corona) intensiveren bovendien het installatie onderhoud. De 2 gecontracteerde bedrijven voor voertuigonderhoud en voor installatieonderhoud hebben prijsstijgingen aangekondigd overeenkomstig de geldende overeenkomsten voor in totaal structureel € 150.000.

• Indexatie Jeugd

Doordat de OVA-index van 2023 (voorlopig 3,72%) hoger is dan de gemeentelijke indexatie van 3,3% is aanvullende indexatie nodig om de loonkosten van de zorgaanbieders te kunnen bekostigen. Dit betekent een budgetverhoging voor 2023 met € 121.000 en vanaf 2024 structureel € 118.000.

• WMO inflatie vervoersvoorzieningen

Voor wat betreft het contract met hulpmiddelenleverancier Medipoint wordt jaarlijks een indexering bepaald aan de hand van de CPI-index. In april 2022 was de CPI-index 9,6%, de verwachting is dat de CPI-index van september 2022 minimaal op 10% uitkomt. Dat is 7% meer dan de gemeentelijke indexatie van 3%. De structurele verhoging bedraagt € 105.000.
Daarnaast zijn er een zestal voorstellen met een structurele verhoging lager dan € 100.000  voor in totaal € 177.000. Gezien het bedrag zijn deze niet afzonderlijk van een toelichting voorzien.
Dit betreft: Hogere brandstofkosten voertuigen Buitendienst ( € 60.000), Leerlingenvervoer NEA index (€ 31.000), Microsoft E3 (€ 30.000), Indexatie kosten Regiobureau Noord-Limburg (€ 24.000), Lidmaatschappen VNG en G40 (€ 22.000) en Iburgerzaken (€ 10.000).

De verhoging van de (jaarlijkse) bijdrage ICT NML wordt veroorzaakt door in gebruik name van Back-up Microsoft 365, inregelen van functioneel beheer Microsoft 365 en invoering nieuw digitale werkomgeving.
Deze werkzaamheden zijn al in 2022 uitgevoerd/ opgestart en voorgedragen in een begrotingswijziging. Voor 2023 zijn deze voor een heel jaar berekend naar € 487.000. Deze mogen gezien worden als noodzakelijke kosten.
Bijgaande begrotingswijziging brengt de Venlose begroting in lijn met de benodigde deelnemersbijdrage conform de begroting ICT NML.

Met betrekking tot de meerjarenbegroting 2023-2026 van de BsGW is de begroting vastgesteld door het algemeen bestuur BSGW. Voor Venlo betekent dit een budgetophoging van € 269.460 ten opzichte van de huidige jaarschijf 2022 (waarvan € 187.000 incidenteel en € 82.000 structureel). Dit betreft de loonindexering en de indexering van goederen en diensten, correctie post sociale lasten, afschrijvingen, uitvoeringskosten WOZ-bezwaren, en implementatiekosten hosting en applicaties.

Het aantal toe te rekenen uren aan de grondexploitatie en investeringsprojecten daalt gelet op de aantallen in 2023 t.o.v. 2022 met 3.338 uur. Dit dient in de begroting ook administratief onder Algemene Middelen te worden aangepast omdat hierdoor met een saldo van € 177.000 minder aan uren kunnen worden toegerekend. Relevant is te melden dat het hiermee samenhangende overheadtarief stijgt met € 3 per uur om de overheadkosten weer in balans te brengen. In 2022 is het overheadtarief vastgesteld op € 42 en vanaf 2023 wordt via deze begroting voorgesteld dit conform vastgesteld beleid te verhogen naar € 45.

Voorgesteld wordt om de beschikbare middelen in de begroting te reserveren en dit te koppelen aan het wenkend perspectief van aanvullende middelen vanuit het Rijk. Dus niet enkel extra compensatiemiddelen in relatie tot jeugd maar daarnaast ook eventuele extra rijksmiddelen ten aanzien van andere dossiers (zoals de herijking gemeentefonds etc.).

Voorgesteld wordt om de nog niet bestemde ruimte 2024 en 2025 te reserveren voor het opvangen van macro – economische ontwikkelingen en/of nader te concretiseren maatregelen in relatie tot de maatschappelijke opgave. Deze bedragen kunnen betrokken worden voor het te voeren debat in januari 2023.

Eerder heeft u een opgave vastgesteld als het gaat om herijking sociaal domein en het gemeentelijk vastgoed (breed). Bij het vaststellen van de opgave is aangegeven, als wenkend perspectief, dat indien er extra rijksmiddelen binnenkomen als gevolg van de herijking gemeentefonds of compensatie in het tekort van de jeugdmiddelen deze opgave wordt heroverwogen. Bij de kadernota is reeds daaraan gevolg gegeven voor de jaren 2023 tot en met 2025 en is de opgave gesaldeerd met de aanvullende compensatie van de jeugdmiddelen . In dit voorstel wordt het restant van de opgave in 2026 ad € 1.950.000 verrekend met de aanvullende middelen.

Als gevolg van technische ontwikkelingen en digitalisering worden minder drukwerkopdrachten verstrekt voor mailings en voorbedrukt briefpapier.
Vanwege deze ontwikkelingen kan het budget structureel met € 100.000 verlaagd worden.

Voorgesteld wordt om het restant van de middelen binnen het kapitaallastenplafond voor de jaarschijf 2023 vrij te laten vallen. De ruimte is in 2023 beschikbaar voor het maken van incidentele keuzes en afwegingen die vrij inzetbaar zijn voor het totaal van de begroting.

Areaaluitbreiding 2021-2022
In de VoRap 2022 is bij het onderdeel OZB reeds een voordeel van € 840.000 gerapporteerd. In juli heeft een herberekening van de prognose plaatsgevonden waarbij met name over het jaar 2021 nog een extra OZB-opbrengst van € 710.000 wordt gegenereerd.  Het voordelige resultaat wordt veroorzaakt doordat de mutaties als gevolg van areaaluitbreiding in de jaren 2021 en 2022 hoger waren dan begroot. De resultaten zijn besproken met BsGW en er is vervolgens geconcludeerd dat hier voor 2021 en 2022 sprake van een structureel effect van in totaal € 1.550.000.
Areaaluitbreiding 2023
De areaalberekening voor het jaar 2023 wordt  gezien de ervaringen van de laatste jaren, ingeschat op € 600.000.
In juni wordt, zoals gebruikelijk, de benodigde informatie inzake verwachting van de op te leveren bouwprojecten vanuit de gemeente aangeleverd bij de BsGW.
De BsGW analyseert de gegevens en komt met een prognose van de te verwachten extra WOZ-waarden dit leidt dan vervolgens tot een te verwachten extra OZB-opbrengst.
In de meerjarenbegroting 2021-2024 is reeds rekening gehouden met een uitbreiding van het WOZ-areaal, dit leidt tot extra OZB-opbrengst van € 200.000 (zie raadsbesluit 21-175).
Na ontvangst van de definitieve berekening in juli 2022 wordt uitgegaan van een extra areaalopbrengst van € 400.000.

Via de meicirculaire 2022 zijn de gemeenten geïnformeerd over de effecten van het regeerakkoord en de Rijks voorjaarsnota op het gemeentefonds. Deze is doorvertaald naar de financiële effecten voor Venlo.