Rentevisie
De gemeente Venlo volgt de rentevisies van enkele grote banken en volgt de ontwikkelingen op de kapitaal- en geldmarkt continu. De rente ontwikkeling laat zich namelijk, zoals de afgelopen jaren is aangetoond, erg moeilijk voorspellen. Wel worden de rente ontwikkelingen nauwlettend gevolgd via landelijke media, websites van enkele banken en wekelijkse rentenotitie’s van financiële dienstverleners.
Financieringspositie
Kasstroomplanning 2023-2026 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Kasstroom uit exploitatie: | ||||
Saldo baten en lasten na bestemming | 76 | |||
Mutaties reserves | -3.244 | -892 | 3.526 | -308 |
Mutaties voorzieningen | -1.102 | -370 | 941 | 872 |
Afschrijvingen + aflossingen leningen U/G | 15.250 | 17.464 | 18.551 | 20.266 |
Kasstroom uit exploitatie (A) | 10.980 | 16.202 | 23.018 | 20.830 |
Kasstroom uit investeringen: | ||||
Netto investeringen | -62.461 | -43.249 | -35.047 | -10.615 |
Mutatie OHW grexen | 5.202 | 8.942 | 3.956 | 2.235 |
Kasstroom uit investeringen (B) | -57.259 | -34.307 | -31.091 | -8.380 |
Kasstromen uit financiering: | -8.957 | -8.968 | -13.481 | -18.992 |
Aflossingen leningen O/G (C) | -8.957 | -8.968 | -13.481 | -18.992 |
Mutatie netto werkkapitaal: | ||||
Overlopende activa | ||||
Overige vlottende schulden (excl. kasgeld) | ||||
Overlopende passiva | -17.568 | -2.500 | -500 | -500 |
Mutatie netto werkkapitaal (D) | -17.568 | -2.500 | -500 | -500 |
Mutatie liquiditeit (A+B+C+D) | -72.804 | -29.573 | -22.054 | -7.042 |
Aanwending eigen middelen (Schatkistbankieren) | 72.804 | 11.573 | 54 | 42 |
Financieringsbehoefte | -18.000 | -22.000 | -7.000 |
-/- = uitgaande kasstroom, + = inkomende kasstroom
Op basis van de voorliggende begroting 2023-2026 wordt de kasstroomprognose opgesteld. Hieruit resulteert een mutatie liquide middelen van -/- € 72.800.000 in 2023, -/- € 29.600.000 in 2024, -/- € 22.100.000 in 2025 en -/- € 7.000.000 in 2026. De liquiditeitsbehoefte ontstaat met name vanuit de investeringsuitgaven en de aflossingen op langlopende leningen O/G. In 2023 en 2024 kan nagenoeg geheel worden voorzien in de liquiditeitsbehoefte vanuit de eigen middelen die zijn gestald in 's Rijksschatkist in het kader van het verplicht schatkistbankieren.
Zoals uit de oranje lijn blijkt is in 2024, 2025 en 2026 behoefte aan aanvullende financiering om te voorzien in de benodigde liquide middelen. De planning is om hierin als volgt te voorzien:
Financieringsplan: | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Nieuwe financiering kortlopend (< 1 jaar) | 3.000 | 7.000 | 7.000 | |
Nieuwe financiering langlopend (> 1 jaar) | 15.000 | 15.000 | ||
Financieringsplan | 18.000 | 22.000 | 7.000 |
De rentelasten van deze nieuwe financieringen zijn verwerkt en gedekt in deze begroting. Voor de rentelasten van de nieuw aan te trekken leningen is rekening gehouden met een staffel oplopend tot 3% vanaf 2024.