Woonlasten
De gemeentelijke woonlasten worden als volgt gedefinieerd: het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een woning met gemiddelde waarde in een gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing, minus een eventuele heffingskorting.
De beleidsuitgangspunten zijn:
- Voor 2023 worden de woonlasten voor woningeigenaren en huurders en de gemeentelijke lasten voor niet-woningen (totaal van OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) nominaal niet meer verhoogd;
- Sturen op 100% kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Op basis van de per medio 2022 bekende parameters wordt de ontwikkeling van de woonlasten als volgt berekend:
bedragen x € | |||||
Lokale lastendruk woningeigenaren, meerpersoonshuishouding | |||||
Uitgangspunten | |||||
Huishouden (woning in eigendom) | > 1 persoon | ||||
Gemiddelde WOZ-waarde koopwoning | 287.000 | 2022 | |||
Gemiddelde waardeontwikkeling | 0,0% | ||||
Gemiddelde WOZ-waarde koopwoning | 287.000 | 2023 | |||
2022 | 2023 | mutatie | mutatie tarief | mutatie woonlasten | |
OZB | 456,36 | 439,97 | -16,39 | -3,6% | -1,9% |
Afvalstoffenheffing | 274,21 | 274,21 | 0,00 | 0,0% | 0,0% |
Rioolheffing | 155,30 | 155,30 | 0,00 | 0,0% | 0,0% |
Totale woonlasten | 885,87 | 869,48 | -16,39 | -1,85% |
Toelichting
- OZB
De woonlastendruk is gebaseerd op de gemiddelde waarde van een koopwoning ad € 287.000 (Bron: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, peildatum juli 2022). Dit is de begrote waarde van een woning die als basis wordt genomen voor de gemeente Venlo voor het belastingjaar 2023. Hierbij wordt opgemerkt dat er wel individuele verschuivingen kunnen plaatsvinden.
Jaarlijks vindt een herwaardering plaats waarbij alle objecten opnieuw worden getaxeerd naar de waardepeildatum 1‑1‑2022. De herwaardering, c.q. nieuwe taxatieronde WOZ voor belastingjaar 2023 is bij het opstellen van onderhavige begroting nog niet afgerond. In het kader van de herwaardering wordt gewerkt met de waardepeildatum 1-1-2022. Voor het belastingjaar 2023 is in deze begroting gerekend met een waardeontwikkeling van 0%, omdat er op dit moment nog geen zicht is op de waardeontwikkeling van het vastgoed in de gemeente. De waardeontwikkeling heeft overigens geen effect op de geraamde OZB-opbrengsten. Conform bestendig beleid worden de OZB-tarieven verhoogd bij een waardedaling. Bij een waardestijging doet zich uiteraard het tegenovergestelde voor.
- Afvalstoffenheffing en rioolheffing
Op basis van de geraamde kosten zijn deze tarieven berekend. Uitgangspunt is, conform beleidsuitgangspunten, 100% kostendekkendheid. In het kader van stabilisatie woonlasten wordt voor het begrotingsjaar 2023 gekozen voor gelijkblijvende tarieven t.o.v. 2022.
De mutaties in de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing houden in dat de gemiddelde woonlastendruk in 2023 met € 16 daalt ten opzichte van 2022. Procentueel betekent dit een daling van de woonlastendruk met 1,9%.
Over de periode 2021-2026 bezien, zijn de volgende effecten in de woonlastendruk herkenbaar:
- Uitgangspunt in bovenstaande grafiek is een constante loon- en prijsindex.
Overige effecten
Naast de effecten op de woonlastendruk brengen wij jaarlijks de gevolgen van de belastingontwikkelingen voor een woninghuurder en voor de categorie niet-woningen in beeld.
Voor de woninghuurder blijven de gemeentelijke lasten gelijk aan die van 2022.
Voor de categorie niet-woningen (ondernemers) leiden de belastingvoorstellen eveneens tot een stabilisatie van de lastendruk in 2023 t.o.v. 2022.
Dit geldt voor een ondernemer die een bedrijfspand zowel in eigendom als in gebruik heeft. De begrote gemiddelde waarde van een niet-woning in onze gemeente bedraagt € 700.000 (bron: CBS, vaststelling voorlopige belastingcapaciteit 2022) voor het belastingjaar 2022. Deze is gelijkgesteld aan die van 2022 om dezelfde reden als in de toelichting bij de OZB voor de woningen (herwaarderingsronde en nieuwe taxaties zijn medio 2022 nog niet afgerond).
Benchmark referentiegemeenten
Jaarlijks presenteren wij de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten van Venlo, afgezet tegenover een aantal referentiegemeenten.
De bedragen van de referentiegemeenten worden daarbij weergegeven als percentage van het bedrag van de gemeente Venlo. Het bedrag van de gemeente Venlo is daarbij dus gelijkgesteld aan 100%. De gegevens in onderstaande tabel zijn overgenomen uit de ‘Atlas van de lokale lasten’ van het Coelo. Om tot een zo goed mogelijke vergelijkbaarheid van de gemeenten te komen hanteert Coelo een aantal uitgangspunten waardoor de gepresenteerde tarieven kunnen afwijken van de gemeentelijke tarieven. In deze atlas worden de woonlasten vergeleken voor zowel een éénpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden. Wanneer er gemeenten zijn met verschillende tarieven voor meerpersoonshuishoudens van verschillende grootte, wordt in de Atlas uitgegaan van een driepersoonshuishouden.
Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden referentiegemeenten | bedragen x € | |||||||||
2018 | % van Venlo | 2019 | % van Venlo | 2020 | % van Venlo | 2021 | % van Venlo | 2022 | % van Venlo | |
Alkmaar | 578 | 79% | 595 | 78% | 621 | 77% | 654 | 82% | 709 | 79% |
Delft | 843 | 115% | 850 | 112% | 861 | 107% | 867 | 108% | 1045 | 116% |
Deventer | 736 | 100% | 730 | 96% | 779 | 97% | 815 | 102% | 917 | 102% |
Heerlen | 769 | 104% | 764 | 101% | 786 | 98% | 815 | 102% | 969 | 108% |
Helmond | 752 | 102% | 757 | 100% | 766 | 96% | 785 | 98% | 935 | 104% |
Hengelo | 787 | 107% | 817 | 108% | 729 | 91% | 795 | 99% | 901 | 100% |
Hilversum | 748 | 102% | 767 | 101% | 784 | 98% | 827 | 103% | 920 | 102% |
Leeuwarden | 658 | 89% | 692 | 91% | 739 | 92% | 753 | 94% | 868 | 96% |
Maastricht | 738 | 100% | 759 | 100% | 800 | 100% | 827 | 103% | 995 | 111% |
Sittard-Geleen | 757 | 103% | 812 | 107% | 850 | 106% | 894 | 112% | 1021 | 113% |
VENLO | 736 | 100% | 758 | 100% | 802 | 100% | 800 | 100% | 900 | 100% |
Westland | 758 | 103% | 771 | 102% | 849 | 106% | 955 | 119% | 1016 | 113% |
Gemiddeld | 738 | 756 | 781 | 816 | 933 |
Ten opzichte van de referentiegemeenten is de positie van Venlo in 2022 verbeterd. In 2021 lag Venlo al onder het gemiddelde; in 2022 is dit verschil toegenomen en bedraagt € 33 als gevolg van de stabilisatie van de woonlasten. In de referentiegroep zijn er in 2022 nog maar 2 gemeenten waarvan de woonlasten lager zijn dan die van Venlo. Gezien de gelijkblijvende woonlasten voor 2023 is de verwachting dat de positie van Venlo ten opzichte van de referentiegemeenten ook gelijk blijft.
Ranglijst woonlasten
Uit de Atlas lokale lasten 2022 van het Coelo blijkt dat de positie van Venlo op de ranglijst van de woonlasten het afgelopen jaar iets is verslechterd t.o.v. 2021. De sterke daling in 2021 is in 2022 omgezet in een lichte stijging op de ranglijst. Dit komt mede doordat het aantal in de ranglijst opgenomen deelgemeenten meer is gedaald dan de afname van het landelijk aantal gemeenten. Desondanks bevindt Venlo zich nog steeds ruim onder de middenmoot. De verwachting voor 2023 is dat de positie van Venlo op de ranglijst zal verbeteren gezien de stabilisatie van de woonlasten t.o.v. 2022 ( nr. 1 op de ranglijst heeft de laagste lasten ).
Als we naar onderstaande grafiek kijken, dan blijkt dat de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in Venlo in 2022 zijn gestegen t.o.v. het landelijk gemiddelde. De woonlasten voor een meerpersoonshuishouden bedragen in Venlo € 900 ten opzichte van het landelijk gemiddelde van € 904.