Lokale heffingen

Onroerende zaakbelasting
De OZB is een algemeen dekkingsmiddel en is daarmee onderdeel van het programma algemene middelen. De middelen worden niet specifiek ingezet voor een bepaald programma maar in de breedte voor alle programma's.
Hondenbelasting
De hondenbelasting is eveneens een algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast heeft dit onderwerp indirect een relatie met het programma 2 Leefbaar Venlo omdat in dit programma de doelstelling aantrekkelijke leefomgeving is opgenomen, waarbij een deel van de budgetten wordt gebruikt voor o.a. bestrijding van overlast en aanbrengen van voorzieningen.
Parkeerbelasting
Parkeerbelasting is een algemeen dekkingsmiddel met een regulerend karakter. Met parkeerbelasting wordt het parkeergedrag van bewoners en bezoekers van een gemeente gereguleerd. In die hoedanigheid sluit dit aan bij het programma 2, Leefbaar Venlo en dan in het bijzonder met de programmalijn bereikbaarheid, het realiseren van een verkeersveilige en bereikbare stad.
Toeristenbelasting
Toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel met een sterk inhoudelijke verbinding met programma 4 Welvarend Venlo. Binnen dit programma is programmalijn 2 opgenomen waarbinnen activiteiten zijn vermeld om de regionale economie op het gebied van toerisme te ondersteunen.
Reclamebelasting
De opbrengst van deze belasting wordt in de vorm van subsidie uitgekeerd aan de Stichting Venlo Partners voor uitvoering van activiteiten.  Dit valt binnen het programma 5 Centrumstad Venlo. Waarbij genoemde Stichting o.a. middels de reclamebelasting de stad Venlo promoot als aantrekkelijke stad om te wonen, te werken en te bezoeken.
Afvalstoffenheffing en rioolheffing
Deze heffingen dienen ter financiering van de kosten voor beheer, onderhoud en verwerking van afval en riool. Aangezien deze producten de directe leefwereld van de inwoners raakt, is er een directe verbinding met het programma 2 Leefbaar Venlo.
Leges
Binnen de legesheffing is sprake van een diversiteit aan producten. Het overgrote deel van deze producten valt binnen het programma 2 Leefbaar Venlo. Waarbij met name de programmalijn dienstverlening het meest van toepassing is met als doelstelling het leveren van gemeentelijke diensten.
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorging heeft een sterke relatie met het programma 2 Leefbaar Venlo. Hierbij is de programmalijn dienstverlening het meest van toepassing. Dienstverlening wordt zoveel mogelijk aangepast aan de wensen en behoeften van de inwoners, waarbij wordt gedacht vanuit de leefwereld van de inwoners.
Haven- en opslaggelden
Binnen programma 4 Welvarend Venlo ligt de nadruk op diverse facetten waaronder economie, bereikbaarheid, logistiek en infrastructuur. Hieraan kunnen de haven- en opslaggelden worden gelinkt.
Marktgelden
Programma 5 Centrumstad Venlo, programmalijn basis sterk houden, heeft als doelstelling een breed basisaanbod aan te bieden aan de inwoners. Onderdeel hiervan is een gedegen en divers aanbod van winkels, restaurant, cafés, hotels en markten.
Bedrijven Investeringszones
De BIZ-verordening biedt ondernemers de mogelijkheid om gezamenlijk te investeren in een aantrekkelijke en veilige bedrijfsomgeving, waar alle ondernemers in de zone aan meebetalen. Dit sluit het meest aan bij het programma Welvarend Venlo met een nadruk op het onderdeel een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven.

Jaarlijks wordt een nieuwe WOZ-waarde voor onroerende zaken vastgesteld. In 2023 is deze gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2022. De OZB-tarieven worden gecorrigeerd voor de gemiddelde waardeontwikkeling van het vastgoed, om de geraamde opbrengsten en de woonlastennota gelijk te kunnen houden.
De volgende uitgangspunten zijn meegenomen bij de berekening van de OZB:

• De gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor woningen en niet-woningen worden voor 2023 nominaal niet meer verhoogd;
• In totaal neemt de OZB-opbrengst t.o.v. de begroting 2022 toe met ongeveer € 1 miljoen;
• De belastingtarieven zullen separaat worden voorgelegd aan uw raad na ontvangst van de waardeontwikkeling van BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen) omstreeks medio november 2022.

Hondenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel.
Bij vaststelling van de begroting 2022-2025 heeft uw raad - bij amendement - besloten om de opbrengst uit de hondenbelasting met € 25.000 te verlagen. De tarieven voor 2023 worden alleen inflatoir bijgesteld met 2,9%.

In dit onderdeel zijn de opbrengsten van de parkeerterreinen en het straatparkeren opgenomen. Daarnaast zijn eveneens de opbrengsten vanuit de naheffingsaanslagen meegenomen. Het totale bedrag aan inkomsten bedraagt € 2.619.000.

De tarieven voor 2023 worden alleen inflatoir bijgesteld met 2,9%. Dit resulteert in een totaal begrote opbrengst van € 2.189.000. De indexering leidt tot de volgende tarieven per persoon per overnachting:

De reclamebelasting is van toepassing binnen het gebied binnenstad Venlo. Onder het gebied binnenstad Venlo wordt verstaan: het bij de verordening aangewezen gebied in de gemeente, dat nader is aangegeven op de bij de verordening horende kaart, zijnde het kernwinkel-, horeca-, kantoren- en dienstengebied van de binnenstad.
De opbrengst van de belasting wordt, na aftrek van de perceptiekosten, door middel van een nader uit te werken subsidie beschikbaar gesteld aan de Stichting Venlo Partners voor de uitvoering van activiteiten die in het businessplan zijn opgenomen. Voor de jaren 2021 en 2022 is de reclamebelastingverordening ingetrokken om zodoende de lasten van de betrokken ondernemers te verlichten. De tarieven van 2023 zijn gelijk aan de tarieven van 2020. De totale opbrengst bedraagt ongeveer € 200.000.

Afvalstoffenheffing dient ter financiering van de kosten voor beheer en verwerking van afval. De afvalstoffenheffing maakt net als de OZB en de rioolheffing onderdeel uit van de woonlastendruk. De gemeente Venlo maakt onderscheid in de heffing tussen eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. Voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. Dit betekent dat de begrote kosten voor afval volledig gedekt worden door de begrote baten. De inkomsten in 2023 uit de afvalstoffenheffing worden op € 10.736.000 geraamd.
Voor 2023 worden de woonlasten voor woningeigenaren en huurders en de gemeentelijke lasten voor niet-woningen (totaal van OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) nominaal niet verhoogd. Daarmee worden navolgende tarieven gehandhaafd:
€ 164,53 voor een eenpersoonshuishouden;
€ 274,21 voor een meerpersoonshuishouden.
Het afvalbeleidsplan wordt in 2023 opgesteld; er is op dit moment nog niet inzichtelijk welke inhoudelijke en financiële effecten dit beleidsplan zal hebben.

Rioolheffing dient ter financiering van de gemeentelijke waterzorgplichten, waaronder het beheer en onderhoud van gemeentelijke riolering, afvalwater, hemelwater en grondwater. De gemeente Venlo heft rioolheffing van de gebruiker van een perceel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kleinverbruik (t/m 1.000 m³) en grootverbruik (boven 1.000 m³). De rioolheffing maakt net als de OZB en afvalstoffenheffing onderdeel uit van de woonlastendruk. Op basis van de kostenbegroting 2023 wordt de opbrengst rioolheffing geraamd op € 8.180.000.
De overige geraamde inkomsten van totaal € 1.318.000 komen vanuit de Voorziening Egalisatie tarief GRP (€ 348.000) en de Egalisatiereserve Mitigeren afval, riolen, woonlasten (€ 970.000).
Voor 2023 worden de woonlasten voor woningeigenaren en huurders en de gemeentelijke lasten voor niet-woningen (totaal van OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) nominaal niet verhoogd. Daarmee wordt voor 2023 het tarief rioolheffing van € 155,30 per aansluiting gehandhaafd.

Hoofdstuk 1. Algemene dienstverlening

• Burgerlijke stand

Aangiftes (beheer en bewerking) burgerlijke stand zijn legesvrij (zoals geboorte, huwelijk, echtscheiding). Leges voor afschriften worden geheven overeenkomstig Legesbesluit akten Burgerlijke stand (wettelijk tarief). Het product is als gevolg van landelijk gemaximeerde leges niet volledig kostendekkend. Werkzaamheden voor kosteloze huwelijken e.d. worden niet toegerekend (wettelijke plicht). Voor leges huwelijken e.d. geldt een differentiatie.

• Reisdocumenten

Voor paspoorten en identiteitskaarten stelt het Ministerie van BZK jaarlijks de hoogte van rijksleges vast. Daarnaast geldt een tariefplafond voor de verschillende producten. Als gevolg hiervan kunnen niet alle lasten verhaald worden (niet volledig kostendekkend). Kosten worden toegerekend binnen het wettelijk kader. De wettelijke (tarief)differentiaties worden gevolgd, zoals lagere leges niet-volwassenen. Jaarlijks zijn er fluctuaties in het aantal aanvragen. Dit heeft gevolgen voor de baten/inkomsten.

• Rijbewijzen

Voor rijbewijzen stelt het Ministerie voor Infrastructuur en Waterstaat jaarlijks de hoogte van rijksleges (afdracht/inkoop) vast. Daarnaast geldt een tariefplafond. Als gevolg hiervan kunnen niet alle lasten verhaald worden (niet volledig kostendekkend). Kosten worden toegerekend binnen het wettelijk kader. De wettelijke (tarief)differentiaties worden gevolgd. Als extra service worden gezondheidsverklaringen aan de balie (opslag kantoorkosten) verstrekt.
Jaarlijks zijn er fluctuaties in het aantal aanvragen. Dit heeft gevolgen voor de baten/inkomsten.

• Persoonsdocumenten en basisregistratie personen

Lasten BRP worden toegerekend. Beheer en bewerking Basisregistratie personen is legesvrij (o.a. mutaties verhuizing, correcties BRP, audit BRP, adresonderzoeken). Leges persoonsdocumenten (uittreksels BRP, VOG) worden geheven. VOG-leges zijn gemaximeerd. Niet alle lasten kunnen verhaald worden (niet volledig kostendekkend). Opbrengsten nemen af doordat instanties rechtstreekse inzage hebben in de BRP, door digitaliseren en door veranderende wetgeving. Bijgevolg neemt het aantal opgevraagde uittreksels (via de gemeente) af.

• Gemeentearchief

Als gevolg van de Wet hergebruik van overheidsinformatie (Wet ho) kunnen gemeentelijke archieven niet meer dan beperkt leges heffen. De lasten voor beheer en archief wijzigen niet. Kosten die gemaakt worden voor de aanvraag worden in beperkte mate verwerkt in de leges (marginale kosten).

• Naturalisaties

Voor naturalisaties en opties stelt de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid jaarlijks de wettelijke tarieven en rijksleges vast. Daarnaast geldt een tariefplafond. Naturalisatie- en optie-leges zijn gemaximeerd. Niet alle lasten kunnen verhaald worden (niet volledig kostendekkend). Kosten worden toegerekend binnen het wettelijk kader. De gemeente besteedt relatief veel tijd aan informatieverstrekking voor naturalisatie of optie. Informatieverstrekking in het kader van "kom ik al in aanmerking" is een verplichting. De wettelijke (tarief)differentiaties worden gevolgd (optie minderjarige - lager tarief dan regulier).

• Kansspelen

Leges zijn conform de wettelijke tarieven speelautomatenbesluit (kansspelen). Voor de aanvraag loterijvergunning worden de lasten volledig toegerekend in de leges. Het hoofdstuk is vrijwel kostendekkend. De inkomsten zijn de afgelopen jaren stabiel.

• Overige leges

Voor een aantal producten (uittreksels BRP), geldt dat deze digitaal aangevraagd kunnen worden. Hier gold een korting voor  promotie van het digitaal kanaal. Dit gebeurde op basis van de Nota lokale heffingen. Door verdergaande digitalisering is de korting vervallen; de kostendekkendheid zal toenemen.

Hoofdstuk 2. Dienstverlening en besluiten in het kader van de Omgevingswet

• Omgevingsvergunningen

Door de grote wetswijzigingen die waarschijnlijk per 1 januari 2023 in werking treden (Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) treden er veranderingen op in de grondslag van het heffen van leges voor omgevingsvergunningen. De consequenties hiervan zijn doorgerekend en de begrote legesopbrengsten blijven in lijn met vorige jaren (€ 3.607.000). Aan de kostenkant is sprake van een toename als gevolg van een stijging van de loonkosten en een stijging van de gemeentelijke overhead. Hierdoor daalt het kostendekkendheidspercentage naar 88% in 2023. In 2023 worden de gemeenten hiervoor hoogstwaarschijnlijk vanuit het Rijk gecompenseerd (Decentralisatie-uitkeringen Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen). Voor de begroting 2024 en verder worden op basis van de van de eerste ervaringen nieuwe berekeningen gemaakt en beoordeeld of de tarieven van leges moeten worden gewijzigd om naar een hoger kostendekkendheidspercentage te komen.
Indien de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet ligt na 1 januari 2023, blijft de huidige verordening gelden voor de tussenliggende periode.

Hoofdstuk 3. Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

• Drank- en horecawet

Drank-en-horeca-Vergunningsplicht op basis van Drank- en horecawet. Op basis van de APV exploitatievergunningsplicht. Bij samenloop (dhw en exploitatievergunning) wordt vanaf 2013 een vrijstelling gegeven op leges exploitatievergunning. Sinds 2014 geldt een lager tarief voor het bijschrijven van nieuwe leidinggevenden (13-6782). Daar tegenover staat een tariefverhoging voor de eerste aanvraag.

• Evenementen

Voor noodwinkel, samplingacties enzovoort worden kostendekkende leges gehanteerd. Dit geldt niet voor evenementen. Voor het organiseren van evenementen is een APV-vergunning vereist. Uitgezonderd zijn kleinere evenementen, waarvoor een melding volstaat (raadsbesluit 04-25478). Kosten voor evenementenmeldingen noch kosten voor handhaving worden toegerekend aan de leges, behoudens de eerste controle. Voor evenementen geldt een gedifferentieerd tarief afhankelijk van het aantal bezoekers (raadsbesluit dec. 2012). De evenementenleges zijn van oudsher niet kostendekkend. Een percentage is voor zover bekend niet vastgelegd. Dit houdt verband met de gekozen differentiatie. Om de leges kostendekkend te krijgen zou het tarief ongeveer moeten worden verviervoudigd.

• Sexinrichtingen/escort

Kosten voor de aanvraag van een vergunning worden toegerekend. Kosten voor handhaving mogen niet worden toegerekend aan de leges, met uitzondering van de eerste controle.

• Winkeltijdenwet

De kosten en baten zijn dermate gering dat hier geen specifiek beleid op wordt gevoerd.

Lijkbezorgingsrechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen. Er is sprake van een verschuiving van begraven naar cremeren. Het aantal begravingen neemt structureel af. Bestaande grafrechten worden minder vaak verlengd of voor kortere duur. Daarom nemen de inkomsten af. Inzet is om de lagere inkomsten te compenseren door lagere kosten, wat tot op heden slechts in beperkte mate is gerealiseerd.

Haven- en opslaggelden worden geheven voor het bevaren en/of verblijven in de haven. Tarieven worden bezien in regionaal verband en zijn ten opzichte van 2022 geïndexeerd met 2,9%.

Marktgelden worden geheven voor het gebruik van een standplaats op gemeentegrond, die als markt is aangewezen of nog zal worden aangewezen, alsmede het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur ontplooide promotieactiviteiten. Voor 2023 zijn de begrote energiekosten fors verhoogd in verband met explosieve prijsstijgingen. De opbrengsten zijn echter conform kadernota met 2,9% verhoogd, waardoor de kostendekkendheid lager uitvalt. Het uitgangspunt is 100% kostendekkendheid, dit betekent dat de begrote kosten van de markt volledig gedekt worden door de opbrengst uit de marktgelden. Maar om dit te realiseren voor 2023, zouden de tarieven met 27% moeten worden verhoogd, hierdoor zouden deze niet meer in verhouding staan met de tarieven in de regio. Verder is het onzeker of de extreme prijsstijging structureel is; als de tarieven hierop aangepast zouden worden, kan dit grote fluctuaties tot gevolg hebben.

De wet op de Bedrijveninvesteringszones biedt voor gemeenten en ondernemers de mogelijkheid om op structurele basis te voorzien in een gebiedsgerichte bestemmingsheffing voor gezamenlijke investeringen door ondernemers in de kwaliteit van de bedrijfsomgeving. In september 2015 zijn de drie BIZ-verordeningen voor deze gebieden geaccordeerd door de raad en vastgesteld voor de periode 2016-2020. In juni 2020 is de raad akkoord gegaan met een verlenging voor de periode 2021-2025. Vervolgens zijn de benodigde draagvlakmetingen uitgevoerd wat ertoe heeft geleid dat de 3 BIZ-verordeningen worden verlengd voor nog eens 5 jaar.