De onrendabele investeringen worden afgewogen binnen het kapitaallastenplafond. Hierbij wordt een expliciet onderscheid aangebracht tussen de afwegingen binnen de reguliere exploitatie (baten en lasten) en afwegingen binnen de investeringssfeer. Nieuwe onrendabele investeringen (zowel vervanging als uitbreiding) moeten passen binnen de ruimte die daarvoor meerjarig ter beschikking is gesteld door de Raad.
Dit onderdeel laat de ontwikkeling zien van het resultaat op kapitaallasten. De resterende incidentele ruimte in 2024 en 2025 blijft beschikbaar binnen het kapitaallastenplafond.
Bijlage II bevat een overzicht van alle investeringen 2023 t/m 2026 inclusief de bijhorende kapitaallasten.
De bijstelling van de kapitaallasten voor de begroting 2023-2026 laat het volgende beeld zien:
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|
1. Kapitaallastenplafond | 28.569 | 29.331 | 29.668 | 30.784 |
2. Totaal geraamde kapitaallasten (incl. investeringsplan 2023-2026) | 23.553 | 27.010 | 28.724 | 30.784 |
3. Incidenteel vrijgevallen ruimte plafond voorgaande jaren | 3.881 | 2.121 | ||
4. Incidenteel vrijgevallen ruimte plafond begroting 2023-2026 | 1.135 | |||
5. Subtotaal (2+3+4) | 28.569 | 29.131 | 28.724 | 30.784 |
6. Beschikbaar plafond (1-5) | 200 | 944 |
- Het totaalbedrag aan kapitaallasten dat maximaal beschikbaar is in de begroting (kapitaallastenplafond).
- Dit is het totaalbedrag aan kapitaallasten voor alle investeringen inclusief het investeringsplan 2023 t/m 2026.
- Dit betreft de incidentele ruimte binnen het kapitaallastenplafond die reeds bij voorgaande begrotingen is vrijgevallen.
- Dit betreft de incidentele vrijval ruimte kapitaallastenplafond begroting 2023-2026.
- Dit is het subtotaal van 2, 3 en 4.
- Restant dat incidenteel beschikbaar is binnen het kapitaallastenplafond.